Cedar Gallery


Home  |  Cedar info  |   Nieuws   |  Lezingen |  Contact | Engels
 

 

Kunstenaars

Architectuur

Boeken

Fotografie

Letters

Schilderijen

Bomen

Religie

Thema's

China

Japan

Rusland

 

 

                                                                                                                                                                      

                                                                                                                                                                               

ARCHITECTEN

KIJK- EN INFOSECTIE VAN ARCHITECTEN

Een architect heeft, als ontwerper van de wereld om ons heen, een grote invloed op ons welbevinden.
We onderscheiden o.a. landschapsarchitecten, interieurarchitecten en 'bouwmeesters'.
In deze sectie van Cedar Gallery treft u voornamelijk architecten aan van de laatste categorie.
De architecten die we introduceren ontwerpen voornamelijk woningen, kantoren, fabrieken, kerken, enz. 

                                           

 TADAO ANDO                PAUL ANDREU                ANTONI GAUDÍ                ADAM KALKIN 

 

TADAO ANDO 

Tadao Ando is in Osaka, Japan geboren. Hij groeide daar op toen Japan van de oorlog herstelde en werd door zijn grootmoeder grootgebracht. Hij bracht veel tijd buiten door. Toen hij ongeveer twaalf was, begon hij bij een plaatselijke timmerman te werken. Hier leerde hij hout bewerken. Toen hij ongeveer achttien was, ging hij tempels en theehuizen in Kyoto bezoeken.
Er is veel traditionele architectuur in Kyoto. Tadao Ando studeerde geen architectuur, maar leerde het voornamelijk door te kijken als er gebouwd werd en door boeken te lezen. Hij begon met Le Corbusier.

Suntory Museum, Osaka

Tadao Ando bezocht de Verenigde Staten, Europa en Afrika in de periode 1963-1969. In 1969 richtte hij de firma Tadao Ando Architects & Associates op.
Hij won veel prijzen met zijn werk.
Dingen die zijn werk hebben beïnvloed zijn het Pantheon in Rome en de 'Enso', een soort van teken uit het Zen boeddhisme. De Enso is een eenvoudige cirkel getekend met een enkele, brede penseelstreek. Het is het symbool van oneindigheid, en geeft eenheid weer, de perfecte meditatieve staat en Satori (verlichting).
Tadao Ando's eerste project was het Row Huis in Sumiyoshi, Osaka, in 1975, een eenvoudig huizenblok.
Het Koshino Huis is in twee periodes gebouwd (1980-81 en 1983-84) en het is een meesterwerk. Het bevat alle elementen van Tadao Ando's architectonische vocabulaire, met name het licht.
Tadao Ando's meest markante gebouwen zijn de religieuze gebouwen. Hij heeft een aantal Christelijke kapellen gebouwd en andere bouwwerken voor religie en bezinning. Een van de meest verbazingwekkende voorbeelden is een 'simpele': De Kerk van het Licht (Baraki, Osaka, 1988-89). (zie foto in Engelse tekst hiernaast) Het bestaat uit een rechthoekige betonnen ruimte doorkruist door een vrijstaande muur. De snijdende muur leidt de bezoeker de kapel in. Hierdoor wordt men zich sterk bewust van de architectuur.

Awaji is het grootste eiland, 600 km ten zuid-westen van Tokyo tegenover Kobe in de baai van Osaka. Hier bouwde Tadao Ando zijn Water Tempel op een heuvel boven een kleine haven. Terwijl de bezoeker een smal paadje volgt, ziet hij eerst een lange betonnen muur, 3 m hoog, met een enkele opening. Door deze deur vindt hij geen ingang, maar een nieuwe muur. Als hij dit nieuwe betonnen scherm is gepasseerd, ontdekt de bezoeker een ovale lotus vijver, 40 m. lang en 30 m. breed. In het midden van de vijver leidt een trap naar de echte ingang van de tempel. Hier bevindt zich een beeld van boeddha met zijn rug naar het westen, waar door de enige opening het licht van de ondergaande zon binnenvalt. Bij zonsondergang op deze plek kan men de woorden van Tadao Ando goed begrijpen. Hij zei: "Architectuur is vergeten, dat ruimte een bron van inspiratie kan zijn."
Enkele andere religieuze gebouwen van zijn hand zijn: De Water Tempel in Hyiogo, de Meditatieruimte UNESCO in Parijs, enz.

Het Kindermuseum (1988-1989) ligt op een beboste heuvel met uitzicht op een meer dichtbij de stad Himeji. In dit werk van Tadao Ando wordt de bezoeker uitgenodigd om de architectuur in relatie met zijn natuurlijke omgeving te ontdekken. Het hoofdonderdeel van het museum heeft een bibliotheek, theaters, een hal die voor meerdere doeleinden te gebruiken is, en een restaurant. Het buitentheater bevindt zich op het dak, en geeft een prachtig uitzicht op het meer. Een waterval en vijver bij het gebouw dienen ook om het verband tussen het museum en het landschap van het meer aan te brengen. Een pad gemarkeerd door een lange betonnen muur leiden de bezoeker weg van het hoofdgebouw naar een vierkant gebouw van twee verdiepingen hoog.
Langs dit pad heeft Tadao Ando een verrassende groep van 16 betonnen zuilen geplaatst. In hun houten omgeving herinneren deze 9 m hoge pilaren eraan, dat de eerste zuilen geïnspireerd waren op bomen. Hier dichtbij ontwierp Tadao Ando het Kinder Seminarie (1991-92)

Een van zijn werken in Europa staat in Duitsland. Het is het Raketenstation, een museum dichtbij museuminsel Hombroich.
Als u hier klikt, vindt u een pagina met informatie over het museumeiland Hombroich en het Raketstation. U kunt daar ook een video over het raketstation te bekijken.
Als de video afgelopen is, staan er een aantal kleine afbeeldingen op het scherm. Als u deze aanklikt, kunt u meer videos met werken van Tadao Ando bezichtigen.

Azuma House, Osaka

 

---------------------------------------------------------------------------- top ----------------
 

PAUL ANDREU

Paul Andreu is op 10 juli 1938 geboren in Bordeaux Caudéran. Zijn opleiding tot architect kunt u hiernaast lezen, in de Engelse tekst.
Paul Andreu is bekend geworden vanwege de meer dan 50 vliegvelden in Europa, Azië en Afrika, die hij heeft ontworpen, en eveneens door het ontwerp van de Grande Arche de la Defense in Parijs.
De laatste jaren is hij in toenemende mate actief geweest in het verre oosten. Hij ontwierp het vliegveld van Shanghai en het Guangzhou Gymnasium, het Kanton sport centrum en het Maritiem museum van Osaka.
De Beijing Opera is een van zijn spectaculairste projecten.

Het nationale theater in Beijing

In 1998 werd er een internationale wedstrijd uitgeschreven voor het ontwerp van een nieuwe opera. Andreu nam deel en won. Zijn ontwerp was echter verre van onomstreden. Sommigen vonden zijn supermoderne gebouw totaal niet passen in de omgeving. Het staat dichtbij historische monumenten zoals de Verboden Stad en de Grote Hal van het Volk.

Volgens anderen was het ongepast om zo'n prestigeobject neer te zetten aan het Plein van de Hemelse Vrede waar in 1989 honderden studenten zijn gedood.
Hoe het ook zij, het theater is - na veel geruzie en een bouw van tien jaar - gereed. Er is een kunstmatig meer aangelegd. In het midden is het futuristische gebouw geplaatst (zie ook de foto's hiernaast) uit glas, donker hout en titanium.

Onder het eivormige dak zijn een kunstcentrum, expositieruimte, winkels en een restaurant ingericht rond drie grote podiumzalen: een opera met 2.416 zitplaatsen, een concertzaal voor 2.017 bezoekers en een theaterzaal voor 1040 bezoekers. 

Het project heeft veel vertraging opgelopen en er woedde o.a. een hevige discussie over de landschapsarchitectuur. Andreu wilde bescheiden, moderne verlichting en sobere beplanting. De opdrachtgevers dachten daar heel anders over.
De architect heeft ernaar gestreefd een gebouw neer te zetten, dat recht doet aan de historische omgeving waarin het zich bevindt, te midden van gebouwen die de geschiedenis van de Chinese architectuur weerspiegelen, maar dat tevens blijk geeft van de vitaliteit van moderne architectuur.
Of de mensen uit Beijing en de rest van China vinden dat het gelukt is en of ze het ook zien als een nieuw element van/in hun eigen cultuur, blijft de vraag.


---------------------------------------------------------------------------- top ----------------
 


ANTONI GAUDÍ (1852-1926)

Gaudí groeide op in Reus. Na daar zijn jeugd doorgebracht te hebben, ging hij architectuur studeren in Barcelona. Hij was geen uitzonderlijk goede, maar wel een eigenzinnige leerling. Na zijn afstuderen haalde hij zijn ideeën aanvankelijk uit boeken, maar hij was tevens op zoek naar een eigen stijl. De tijd hiervoor was gunstig: In heel Europa werd naar nieuwe ideeën gezocht. Na de periode van het Classicisme begon men zich geleidelijk aan van de strenge regels te bevrijden. Dit zag je met name in tuinen. Vergeleken met de strakke, gestructureerde Franse tuinen was de bloei van de Engelse landschapstuin een verademing. Zelfs aangelegde wilde tuinen, hoe tegenstrijdig dit ook klinkt, werden populair.
Alles wat enigszins met de Middeleeuwen te maken had, stond opnieuw in de belangstelling. De herontdekking van de Gotiek (late middeleeuwen) was een tijdverschijnsel in heel Europa.  Geometrische vormen en strakke lijnen maakten plaats voor vloeiende, ornamentele lijnen, zo karakteristiek voor de Jugendstil.

De Engelse kunsttheoreticus John Ruskin schreef in 1853 al “Het ornament is de oorsprong van de architectuur”.
Zowel de grotere vrijheid in de architectuur als de belangstelling voor de Gotiek bleven  bij Gaudí niet onopgemerkt. Hij liet zich door de heersende stromingen beïnvloeden, met name door de neo-Gotiek.
De hernieuwde belangstelling voor de Middeleeuwen in de laatste decennia van de 19de eeuw (de herontdekking van de Gothiek) was voor de Catalanen niet alleen een aangelegenheid van kunst; het werd tot een politiek signaal. Ook Gaudí werd gegrepen door de nationalistische geestdrift. Hij voelde zich emotioneel verbonden met zijn volk. Hij maakte kennis met de grote bouwwerken, kathedralen en Moorse gebouwen  van zijn vaderland en liet zich erdoor inspireren. Gaudí zette zich daarnaast in voor betere omstandigheden  voor arbeiders. Zijn eerste grote bouwproject hield zich dan ook bezig met het onderbrengen van jonge arbeiders van een fabriek. Hoewel het uiteindelijk slechts uitmondde in de bouw van een fabriekshal , leverde het wel erkenning op. Het project werd in 1878 op de wereldtentoonstelling in Parijs getoond en het resulteerde in een levenslange vriendschap met Eusebi Güell, voor wie Gaudí later talrijke bouwwerken zou maken.

Gaudí kreeg zijn eerste belangrijke opdracht al voordat hij bekend was. Hij kreeg de opdracht een kerk te bouwen ter ere van de heilige familie (Sagrada Familia).

                                                                

                                                                                                     buitenkant Sagrada Familia

Dit bouwwerk was bedoeld als protest tegen de toenemende industrialisering en tegen het verlies van alle waarden.
In eerste instantie ging de opdracht naar een andere architect, Francisco de Paula de Villar. Deze trok zich echter na een tijdje terug en Gaudí nam in 1883 het werk van Villar over.
Nog in dezelfde periode volgden twee andere projecten. Een hiervan is het huis Vicens. Gaudí combineerde hierbij ruwe natuursteen met keramiektegels. In beide projecten is duidelijk sprake van Moorse invloeden.
Waarschijnlijk is de vriendschap met Güell van grote invloed geweest op Gaudí‘s werk. In elk geval kwam hij daar met de eerste uitingen van de Jugendstil in aanraking, tijdens het luisteren naar gedichten van de pre-rafaëlieten. Deze propageerden terugkeer naar de Middeleeuwen en ze wilden vooral door middel van rijke ornamenten af van de strenge classicistische kunstregels. In het bijzonder het werk van Dante Gabriel Rossetti  (1828 - 1882),  een Engels dichter en kunstschilder (voor schilderijen van Rossetti, klik op http://www.liverpoolmuseums.org.uk/walker/exhibitions/rossetti/index.asp.) maakte veel indruk op Gaudí.
Het eerste grote project voor Güell wordt een groot woonhuis voor de fabrikant in Barcelona, in het jaar 1886. Hier treedt voor het eerst de karakteristieke werkwijze van Gaudí  naar voren. In plaats van met vaste plannen aan een bouwwerk te beginnen, ontwikkelt zich het bouwwerk gedurende de bouw. Net zoals de planten in de natuur tijdens de groei veranderen, zo groeien de gebouwen van Gaudí. Aan dit huis voor Güell vallen stijlelementen zoals de talrijke metalen ornamenten in Jugendstil en de aan de Gotiek herinnerende spitsbogen op.
Een beschrijving van alle bouwwerken van Gaudí zou te ver voeren voor een artikel als dit. Een voorbeeld van zijn genialiteit is te zien in de uitwerking van een bijzonder idee van zijn vriend Güell.
Güell was in Engeland betoverd geraakt door de tuinarchitectuur. Zoiets wilde hij ook in Barcelona. Gaudí moest een tuinstad maken die in harmonie zou zijn met het landschap. Het Park Güell is uiteindelijk een van de onvoltooide werken van Gaudí geworden, met o.a. enkele villa’s en een groot terras.

                                       

Park Güell

Gaudï’s grote theoretische voorbeeld, John Ruskin (1819-1900, bekend als kunstcriticus, schrijver en dichter) had er al voor gepleit dat de architectuur een synthese van de kunsten moest zijn. De architect moest, naast architect, ook schilder en beeldhouwer zijn. Zijn essays (Ruskin's) over kunst en architectuur hadden enorm veel invloed in zijn tijd. Een mooi voorbeeld van een ‘totaalkunstwerk’ is de bank, die eindeloos lang als een slang over het grote terras kronkelt, bont versierd met gebroken keramische tegels. Een (gebruiks)voorwerp maar ook een feest voor het oog, als een kleurrijk schilderij van die andere beroemde Catalaan, Joan Miró (1893-1983).




Miró, Catalaanse boer bij maanlicht. 1968

(Voor schilderijen van Miró, klik op http://www.insecula.com/us/contact/A009096_oeuvre_1.html )

Park Güell. Antoni Gaudí woonde van 1906 tot 1926 in dit huis.
Dit huis werd in 1904 gebouwd door Francesc Berenguer en
bevat originele werken van Gaudí en naaste medewerkers.

Vervolgens gaat Gaudí weer aan de slag met twee wooncomplexen. In de Passeig de Gràcia bouwt hij van 1904 tot 1906 een nieuw woonhuis, Casa Battlô.

                                           

Casa Battlô

De gevel is groenachtig blauw, de zuilen doen denken aan de poten van een mammoet, het dak aan een draak. Het heeft wonderlijke gewelfde balkonnetjes, van een afstand lijken het wel maskers met lege ogen. Strakke lijnen of rechte hoeken ontbreken, in tegenstelling tot het belendende perceel, waarvan het dak aan een strak Hollands trapgevelhuis doet denken. Bij Casa Battlô, bijna een sprookjeshuis, is het onvoorstelbaar , dat het om een verbouwing van een bestaande woning gaat.

                    

Casa Milà

Het tweede project, in dezelfde straat, is Casa Milà. Het staat nu vooral bekend onder de –spottende- naam La Pedrera, de steengroeve. In deze twee laatste wereldlijke bouwwerken komen Gaudi’s grote vrijheid ten aanzien van traditionele bouwvormen en zijn enorme vormfantasie tot een hoogtepunt. Hij construeerde in Casa Milà  ronde binnenplaatsen die naar boven toe breder, ruimer werden.


                   

Casa Milà

 Het gebouw bestaat zowel buiten als binnen uit welvingen en rondingen, met op het dak een soortement van landschap met fantasieschoorstenen en luchtkokers, in de vorm van sculpturen.

Schoorstenen,Casa Milà

 En dan was Gaudí nog steeds bezig met La Sagrada Familia.
Vanaf 1914 weigert hij elke nieuwe opdracht en wijdt hij zich geheel aan de kerk, die uitsluitend door middel van giften tot stand moet komen! Over het ontwerp en de bouw van de kerk is heel veel geschreven. De kerk is de synthese van Gaudí’s scheppingskunst.

Tot slot nog een citaat van Gaudí.

“Wilt u weten waar ik mijn voorbeeld vandaan heb?” vroeg hij eens aan een bezoeker van zijn werkplaats. “Van een echte boom; hij draagt zijn takken en deze de twijgen en die weer de bladeren. En elk deel op zich groeit harmonisch omdat de kunstenaar God hem geschapen heeft.”                                                 

 

Sagrada Familia, boom


---------------------------------------------------------------------------- top ----------------
 


ADAM KALKIN

Adam Kalkin, architect

De Amerikaanse architect Adam Kalkin ontwerpt niet. Hij bouwt huizen van loodsen en containers. Hij improviseert. Al bouwend schept hij ruimte. Zijn ultieme doel is om te bouwen zonder ontwerp, zonder opdrachtgever. Van niemand afhankelijk te zijn. Wat hij doet is ook niet ontwerpen. Een loods of container is er al. En deze worden niet bepaald geassocieerd met confortabel wonen...
Steeds meer architecten proberen echter het taboe op wonen in containers te doorbreken. Kalkin bouwde bijvoorbeeld met twaalf scheepscontainers een indrukwekkende villa met drie slaapkamers, twee badkamers en een binnenplaats. Een dergelijke villa hoeft niet meer dan 60.000 euro te kosten. In Los Angeles en Londen staan al containerwoningen, die kunstenaars of startende ondernemers goed en goedkoop onderdak en werkruimte verschaffen.
Kalkin laat momenteel (voorjaar 2008) een prefab huis van zeecontainers bouwen, voor de tentoonstelling 'Home Delivery: Fabrication of the Modern Dwelling' in het Museum of Modern Art in New York. In juli 2008 wordt het huis voor het publiek opengesteld. Het hele prefab fenomeen in de architectuur wordt dan in het MoMA onder de loep genomen, met foto's, films en maquettes van het werk van o.a. Frank Lloyd Wright, Richard Rogers en Thomas Edison.
De huizen van Adam Kalkin zijn verbazingwekkend. Maar het lijken meer kunstobjecten dan huizen waarin je graag zou willen wonen.

Om een indruk te krijgen van hoe de woningen er uit zien, kunt u op  de onderstaande links klikken:

http://www.architectureandhygiene.com/bunnyLane/bunnyLane05.html

http://www.architectureandhygiene.com/12conHouse/12con_main.html

Tentoonstelling ‘Home Delivery: Fabrication of the Modern Dwelling’, MoMA New York, July 20. – Oktober 20. 2008:

http://www.moma.org/exhibitions/exhibitions.php?id=5476

     

---------------------------------------------------------------------------- top ----------------