Cedar Gallery


Home  |  Cedar info  |   Nieuws   |  Lezingen |  Contact | Engels

 

Kunstenaars

Architectuur

Boeken

Fotografie

Letters

Schilderijen

Bomen

Religie

Thema's

China

Japan

Rusland

 

 

                                                                                                                                                                      

                                                                                                                                                                             



Russische verhalen
                                         

De verspreiding van het christendom in dit enorme rijk kostte veel tijd. Op meerdere plaatsen waren nog allerlei heidense tradities levend en moest men aanvankelijk weinig hebben van het christendom. De volkeren die in de wouden en op de steppen woonden hadden weinig interesse in de Heilige Schrift.
 
De Russische Kerk ontstond in 988, toen grootvorst Vladimir I van Kiev het christelijke geloof officieel als staatsreligie aannam. Hij verklaarde iedereen, die zich niet bekeerde en liet dopen, tot vijand. De verspreiding van de nieuwe godsdienst over het grondgebied van de Oud-Russische vorstendommen verliep niet zonder slag of stoot en nam geruime tijd in beslag. De mensen waren bang voor allerlei dingen die ze niet begrepen en om hun angst te bezweren aanbaden ze niet alleen meerdere goden, maar maakten ze ook gebruik van magische handelingen en offers. Ook sjamanen konden hun daarbij helpen.

De wortels van de Kerk liggen in de Kerk van Byzantium. Vanaf 988 bestond in Kiev een christelijke gemeenschap.
In 945 stierf een zekere Igor en zijn weduwe, vorstin Olga streefde een onafhankelijke politiek na. Dit tegen de zin van haar zoon, die inmiddels al een leeftijd had bereikt, waarop ook hij als vorst zou kunnen optreden. Olga schijnt steun in dit conflict gezocht te hebben bij de christelijke gemeenschap in Kiev en zich ook te hebben laten dopen. Vanaf dat moment heette ze Jelena.
Haar zoon bleef echter het heidendom aanhangen.
Dit soort conflicten kwamen vaker voor, maar vroeg of laat zagen alle heersers zich geplaatst voor de keuze van een geloof. En een geloof betekende een oriëntatie op een van de grote centra Constantinopel, Rome of Bagdad. Bagdad was voor de meesten niet echt een optie: Regels van de islam, zoals besnijdenis en een verbod op het nuttigen van alcohol en varkensvlees zou door het volk nooit worden geaccepteerd.
Vorst Vladimir I liet zich dopen, en kreeg als doopnaam Basilius (of: Vasili). In 988 begon hij de orthodoxie als godsdienst in te voeren. Hij verklaarde het heidendom de oorlog.

Zo begon de Oud-Russische periode die duurde tot aan de Mongoolse (Tataarse) invasie van 1237-1241.
De metropoliet zetelde in Kiev en werd benoemd vanuit Constantinopel. Hij was de hoogste autoriteit in geestelijke aangelegenheden. Na de metropoliet was de aartsbisschop van Novgorod degene die in het Oude Rusland het meeste gezag had.
Er werden kerken en kloosters gebouwd, centra waar geletterdheid opbloeide.
De elfde en twaalfde eeuw vormden de bloeiperiode van de Kerk in het Oude Rusland. Er verrezen kathedralen, versierd met iconen, mozaïeken en fresco’s en de eerste boeken werden geschreven. In 1054 verbraken de Russen - in navolging van Constantinopel - de band met Rome. Dat wil zeggen, er vond een splitsing van kerken plaats, maar men probeerde een goede verstandhouding met zowel Rome als Constantinopel te bewaren.
Aan het eind van de dertiende eeuw en gedurende de veertiende eeuw verschoven de centra van de Russische orthodoxie. De zetel van de metropoliet werd vanuit het verwoeste Kiev, dat werd bedreigd door de expansie vanuit Litouwen, aanvankelijk verplaatst naar Vladimir en in 1325 naar Moskou.
In 1448 maakten de Russische bisschoppen zich los van het Patriarchaat Constantinopel. Sindsdien wordt de Russisch-orthodoxe Kerk als een zelfstandige kerk beschouwd. Vijf jaar later viel Constantinopel in handen van de Turken. Kort voor en na de verovering hadden grote delen van de Byzantijnse Kerk de eenheid met de Kerk van Rome verklaard, en onder metropoliet Isidorus van Kiev werd deze unie, na in Kiev door de bevolking te zijn bekrachtigd, ook in Moskou verklaard. Enkele weken na terugkomst van de metropoliet in 1458 werd de unie verbroken en de metropoliet gevangengezet. Moskou stond opnieuw los van Rome.
 
In Rusland ontstond onder invloed van de val van Constantinopel en de afscheiding van de Latijnse Kerk, de theorie van 'het derde Rome'. Moskou zou het christelijke (orthodoxe) Oost-Romeinse keizerrijk (Constantinopel, het 'tweede Rome') voortzetten.
In 1589 nam de metropoliet van Moskou met toestemming van de oecumenische patriarch van Constantinopel - die zelf onder Ottomaanse overheersing te lijden had - de titel patriarch aan.

In het midden van de 17e eeuw voerde de toenmalige patriarch van Moskou, Nikon, hervormingen door in de Russisch-orthodoxe ritus. Vele gelovigen betwistten de legitimiteit van deze hervormingen en onder leiding van aartspriester Avvakoem Petrov voerden ze fel oppositie tegen de hervormingspolitiek. De strijd werd beslecht in het voordeel van de hervormingsgezinden en het kwam in 1666-67 tot een schisma (raskol in het Russisch).
Over de oude riten werd een banvloek uitgesproken en de aanhangers van de oude Russische traditie en de middeleeuwse Russische liturgie werden tot raskolniki (schismatici) bestempeld en werden lange tijd vervolgd. Zij noemen zichzelf Oudgelovigen.

Een belangrijke rol in het religieuze bewustzijn van de Russische maatschappij speelde het feit, dat er tot het begin van de 18de eeuw geen plaats was voor enige andere kunst dan de volkskunst en de kerkelijke kunst!
Toen tsaar Peter de Grote onder westerse invloed raakte en begon met de bouw van paleizen, had dit wel invloed op de kerken. In de interieurs van de nieuwe kerken verschenen namelijk, behalve de traditionele iconen, steeds vaker schilderijen naar Bijbelse thema’s die door professionele schilders gemaakt werden.

De banvloek over de oude riten werd pas in 1971 door het Patriarchaat van Moskou opgeheven. Ook nu nog nemen de Oud-gelovigen of Oud-ritualisten een aparte positie in. Ze vallen uiteen in priesterlijke en priesterloze oud-gelovigen. Theologisch en kerkelijk beschouwd maken alleen de priesterlijke oud-gelovigen deel uit van het oosters-orthodoxe christendom; momenteel zijn er twee oudritualistische kerken: de Russisch-orthodoxe oudritualistische Kerk (met aan het hoofd een metropoliet) en de Russisch-orthodoxe oudorthodoxe Kerk (met aan het hoofd een patriarch), die beide hun hoofdzetel in Moskou hebben.

Eén van de belangrijkste verschillen tussen de Oud-gelovigen en de huidige Russisch-orthodoxe ritus is de wijze waarop het kruisteken wordt gemaakt. De oud-gelovigen doen dat met twee vingers als teken van de dualiteit van Christus, God, en Christus, mens. De nieuwe Russisch-orthodoxe Kerk maakt het kruisteken met drie vingers als symbool van de heilige Drie-eenheid (Vader, Zoon en Heilige Geest), zoals na de 13e-14e eeuw ook in Constantinopel en Griekenland gebruikelijk was geworden.

Tot 1917 had de Russisch-orthodoxe Kerk de status van staatskerk; pas in 1905 hadden andere geloofsgemeenschappen officieel erkenning gekregen van de Russische regering.

Het geloof heeft een duidelijke stempel gedrukt op de architectuur en de kunst in Rusland. Aan de oorsprong van Rusland staat een kerk en geen kathedraal. Een icoon en geen schilderij. De icoon van Christus Pantocrator of Alheerser behoort tot de belangrijkste in de orthodoxe iconografie.

- - - - - TOP - - - - -


Het Sávva-Krýpetski-klooster bij Pskov

Pskov is een stad in West-Rusland aan de grens met Estland met omstreeks 200.000 inwoners. De stad ligt ongeveer 300 kilometer ten zuidwesten van Sint-Petersburg. Pskov is niet alleen de naam van deze stad, maar ook van de regio (Oblast Pskov) waarvan de stad het bestuurlijk centrum vormt, van één van de rivieren in deze regio en van het nabijgelegen Meer van Pskov.

Pskov is een van de oudste steden van Rusland en een Hanzestad. Pskov wordt voor het eerst in het jaar 903 in een officieel document genoemd. Het stadsbeeld wordt beheerst door het Kremlin met de Drievuldigheidskathedraal.
Al in de Middeleeuwen vormde de stad een belangrijk centrum van handel en religie; er ontwikkelde zich een belangrijke stroming binnen de icoonschilderkunst.
Rond 1455 vestigde de heilige Savva zich als kluizenaar in de bossen 20 km ten noorden van deze stad. Hij was waarschijnlijk een Servische of Griekse monnik, die na de verovering van Constantinopel door de Turken was uitgeweken naar de regio Pskov.
De heilige Savva, wiens leven met legenden omgeven is, leefde eenvoudig. Hij kreeg volgelingen en zo ontstond langzaam een groot klooster, dat omgeven werd met een vestingmuur.
De tweede helft van de 19de eeuw kende een opleving van het monnikendom in Rusland: de beweging van de ‘Staretsen’. In het Savvaklooster was de heilige Kornili (1841-1903) hiervan een voorbeeld. Hij was helderziend en kon daardoor de mensen de toekomst voorspellen.
Tijdens de burgeroorlog (1917-1921) na de Russische Revolutie werd het klooster geplunderd. In 1922 werd het getransformeerd tot een kolchoze. In 1924 werd het definitief gesloten.
Rond 1980 was er maar weinig meer van over. Vanaf 1991 werd er begonnen met een nieuw klooster, aanvankelijk bestaande uit wat lemen hutjes en een houten keuken. Rond 2000 werden de hoofdkerken en de klokkentoren weer gerestaureerd. Geleidelijk ontstaat er rond dit complex een dorpje.


Novodevitsji-klooster in Moskou

Het middeleeuwse Novodevitsji-klooster (Jonkvrouwenklooster) is het bekendste klooster van Moskou. In tegenstelling tot andere klooster is dit goed gespaard gebleven tijdens de Sovjetperiode.

Vasili III van Moskovië stichtte het klooster in 1524. De gebouwen waren een schuilplaats voor adellijke vrouwen die zich uit de wereld wilden terugtrekken. Of daartoe gedwongen werden…Zo woonden de zus en de eerste vrouw van Peter de Grote er een tijd.
In de 18de eeuw had het klooster bijna 15.000 landbouwers in dienst.
In 1812 probeerde Napoleon het klooster op te blazen, maar de nonnen slaagden erin de gebouwen te redden. In 1922 sloten de Bolsjewieken het klooster en vormden het om tot een museum, waardoor het van de vernietiging gered werd. Pas in 1994 mochten de nonnen terug naar het klooster.

 Het oudste en opvallendste deel van het klooster is de Smolenskkathedraal met zijn vijf schitterende koepels. Binnen zijn er prachtige fresco’s te bewonderen. De achthoekige klokkentoren was in de 18de eeuw het hoogste bouwwerk in Moskou.

Bij het klooster hoort een kerkhof, waar tal van beroemde Russen begraven liggen. Onder meer Gogol, Kropotkin en Chroesjtsjov hebben er hun laatste rustplaats gevonden.

 

 

 

 

 

 

 

Kremlin van Pskov

      

 

wordt vervolgd...


 

 

 

- - - - - TOP - - - - -